Trombose

Wat is Trombose :

Als je in je vinger snijdt, komt je lichaam meteen in actie. Bloedplaatjes en stollingseiwitten vormen een stolsel oftewel een korstje om het bloeden te stelpen. Soms ontstaat er zomaar een stolsel in een bloedvat zonder dat er sprake was van een bloeding. Dat heet trombose en zorgt voor allerlei problemen. Raakt de bloedprop of een stukje ervan los van de vaatwand, dan voert bloedstroom het stolsel mee. Gaat het propje vervolgens vastzitten in een ader of slagader, dan heet dat een embolie.

Oorzaken van Trombose :

 Trombose kan verschillende oorzaken hebben. 

 Zo kan trombose ontstaan als de kwaliteit van de bloedvaten niet goed is, zoals bij slagaderverkalking. Roken, een hoog cholesterolgehalte, suikerziekte en hoge bloeddruk spelen hierbij een belangrijke rol.  Trombose kan ook ontstaan als de bloedstroom vertraagd is, zoals bij langdurige bedrust of na een operatie. Ook een andere samenstelling van het bloed kan een trombose veroorzaken, bijvoorbeeld bij mensen die een tekort aan remmers van de bloedstolling hebben of een teveel aan bloedcellen.

 

Gevolgen in het hart:

 Onregelmatige hartslag , Boezemfibrilleren (ook wel atriumfibrilleren genoemd) is een hartritmestoornis die onbehandeld een grotere kans geeft op trombose.

De cardioloog zal met medicijnen of andere behandelingen proberen weer een regelmatige hartslag te krijgen. Blijft de hartslag onregelmatig, dan worden vaak antistollingsmiddelen voorgeschreven ter voorkoming van een hersenembolie. Dit kan acenocoumarol of fenprocoumon zijn.

 Hartklepafwijking.

Als één van de hartkleppen beschadigd is en niet meer goed functioneert, kan het voorkomen dat een stolsel op de hartklep ontstaat. De cardioloog zal in een vroegtijdig stadium antistollingsmiddelen voorschrijven om de vorming van trombose op een dergelijke hartklep te voorkomen. Dit kan acenocoumarol of fenprocoumon zijn.

 

Advies begeleiding als mz’er:

 Lichamelijk: Ons lichamelijke advies voor trombose is zo veel mogelijk bewegen, en zo minder mogelijk vetten eten. 

Psychisch: Voor sommige mensen is het heel moeilijk om om te gaan met trombose. Praat veel met je arts over hoe je je voelt, en wat hij daar misschien mee kan doen. Praten met je behandelend arts kan veel psychische problemen voorkomen. 

Sociaal: Praat veel met mensen die het ook hebben, en vraag aan hun advies hoe zij er mee om gaan. Vraag ook aan hun hoe hun omgeving hierop heeft gereageerd.